Over en weer/De part et d’autre
Een eerste gedicht, waarin de stem van Imre Kertész naklinkt en, via hem, Paul Celans Todesfuge. Daarna, bij het zoeken naar ons eigen lied, een partijtje schaduwboksen, luisteren naar de ander en, in confrontatie soms, elkaars vertrouwen winnen. Een soort contrapunt, tussen spanning en rust. Twee talen, twee poëtische stemmen, daarna nog een derde die, beeldend, een brug slaat naar de lezer toe. Aan hem nu om zich het thema toe te eigenen en nog een partij te laten meeklinken.
Knipsel
met witte vingers aan vragen
plukken. wind horen tekeer
gaan in de krul, ogen gelast
op het punt. golven over golven
zien slaan. daarin de tijd
voelen knagen. we zijn samen alleen.
we zijn ergens heengegaan.
we sluiten de stilte in het gezang,
rusten tussen de maten. dit is
misschien waarop wij wachten:
de stem als een steen onder water,
spiegel van ons woord. en licht,
veel licht over de ander gespreid.
Over de auteur
Marleen de Crée (Bree, 1941), dichter en plastisch kunstenares, publiceerde reeds verschillende prijswinnende dichtbundels. Haar laatste bundel het is niet de LAVA werd genomineerd voor de Herman de Coninckprijs 2011.
Marc Dugardin (Watermaal-Bosvoorde, 1946) publiceerde bij P eerder Hovenieren in vergetelheid en Eenzame samenzang. In zijn werk hecht hij veel belang aan de relatie tussen taal en muziek.
Stefaan van den Bremt (Aalst, 1941) is een gelauwerd dichter en vertaler. Bij P publiceerde hij een reeks schitterende vertalingen van onder meer Marco Antonio Campos, Marc Dugardin, Ramòn Lòpez. Velarde en Jaime Sabines.
Goedele Peeters (Mortsel, 1960) is docente vrije grafiek in de academies van Merksem en Kontich. Haar werk, vaak geïnspireerd door poëzie, werd meermaals bekroond.
Nele Lambrichts – :
Dit is geen vrijblijvende poëzie, maar taal die op zoek gaat naar moeizame verdieping.
NBD Biblion