Publicatiedatum

17/03/2018

ISBN

978-94-92339-53-9

Paginas

48

 16,50

Alles komt terug

Auteur: Antoon Van den Braembussche

In Alles komt terug observeert Antoon Van den Braembussche de wereld door de ogen van Friedrich Nietzsche. Hij beschouwt zowel het kleine en het grote, het jonge en het oude, als het concrete en het abstracte als delen van eenzelfde geheel: een geheel dat altijd terugkeert. Die eeuwig wederkerende wereld wordt hier sober, maar bijzonder nauwkeurig weergegeven, zonder een surrealistische of sublieme ondertoon te schuwen.

Het resultaat is een bundel vol transparante pozie in glasheldere bewoordingen. Als een sneeuwlandschap waarin alles gelijk is, waarin alles de kans krijgt om weer opnieuw te beginnen. Van den Braembussche weet als geen ander dat daar tijd voor gemaakt moet worden: tijd om te veranderen en tijd om dat alles op te nemen. Alles komt terug geeft ons die ruimte.

Knipsel

 

Dwaallicht

In het spaarzame dwaallicht
van de taal heb ik je herkend.

Uiteindelijk. Na het lange, starre wachten
in fragmenten van eenzaamheid.
De treurnis om het eigen bestaan,
waarbij ik slechts zijdelings betrokken was.

Nu zing ik de dans van de aarde.
Er is niet enkel het veelvoudig vertoeven
in je lenden, handen, haar en oksels.

Maar ook het tijdeloos verwijlen
in je onsterfelijke lach.

 

Over de auteur

Antoon Van den Braembussche (Eeklo, 1946) doceerde onder meer kunstfilosofie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam en kunstkritiek aan de VUB. Poëzie is dan ook de creatieve plek bij uitstek waar kunst en filosofie elkaar kunnen ontmoeten. Daarnaast zijn liefde, stilte en het onuitsprekelijke als kernthema's steeds nadrukkelijker aanwezig. Door de filosofische en tegelijk mystieke inslag bekleedt deze poëzie een vrijwel unieke plaats in het huidige poëzielandschap. Sinds zijn eerste publicaties van 1960 tot 1990 (als Tonko Brem) is Van den Braembussche reeds aan zijn zevende dichtbundel toegekomen.

Recensies

  1. :

    Wie intens luistert naar de stilte, hoort uiteindelijk zichzelf. In Alles komt terug, de nieuwe poëziebundel van Antoon Van den Braembussche (1946), spelen de appreciatie, acceptatie en betekenis van stilte een belangrijke rol. De dichter spreidt zijn stilte voor ons uit in sober vormgegeven verzen. (…) De eigen kleuring die Van den Braembussche aan zijn kernervaring geeft, is interessant. (…) Vooral als de dichter twijfelt, of als zijn waarneming prikkelend verontrust, zindert het gedicht na. (…)

    De bundel levert stof tot nadenken: het Nietzscheaanse idee van de eenheid van alles, met het fenomeen ‘tijd’ als de ruimte waarin de eeuwige herhaling plaatsvindt, maakt tegelijk de bijzondere waarde van het nu duidelijk. Alleen ‘het broze ogenblik’ bestaat. (…) Een verslag waarin poëtische krachten de taal zo buiten de geijkte paden brengen dat het eeuwige, het ogenblik en de stilte als gelijke waarden gestalte krijgen.

    Erick Kila, De Auteur, 2018

  2. :

    Zo is elk gedicht een spoor van wat ooit geluidloos was en wordt de stilte voorzichtig aangeraakt, en daarmee ook de dood die alles woordeloos achterlaat. Gelukkig is er de dichter die zich verzet tegen verstarring en betekenisloosheid en koppig blijft geloven in het steeds opnieuw geboren worden.

    Jan Geerts, 2018

  3. :

    Behoedzaam verkent de dichter-denker (Van den Braembussche is kunstfilosoof) de grenzen van het eigen zijn, zoals het onder meer wordt beleefd in de relatie met de geliefde. (…)

    Met als motief de steeds weer opduikende ‘stilte’ (‘het woord ‘als vrijgeleide van de stilte’ bijv.) gaat Van den Braembussche tegen het rumoer van de wereld in op zoek naar zingeving. Geen luid uitgeschreeuwd verzet, maar terugplooiend op het kleine gebaar: de hand van de geliefde die wordt vastgehouden, het zonlicht dat zich even spiegelt in een koffielepel…

    Jooris van Hulle, KTV, 2018

  4. :

    Van den Braembussche schrijft een lyriek die abstract is en mikt op algemene waarheden, maar die tegelijk ook concreet en bevattelijk blijft. Filosofie en poëzie houden elkaar in de beste gedichten perfect in evenwicht. Het is een bundel die gegroeid is uit poëtisch metier maar ook uit gerijpt levensinzicht. In die zin is Alles komt terug een verzameling die een ruim lezerspubliek kan aanspreken en inspireren.

    Dirk De Geest, Mappalibri

  5. :

    Fascinerend zonder tegenspraak.
    Een mooie spirituele bundel.

    Drs. Erik Kreytz, NBD Biblion

  6. :

    Van den Braembussche weet met een beheerst vocabularium woorden te creëren die een geheel eigen, intieme sfeer oproepen. Dat is een eigenschap van grote poëzie. (…)

    Dit is humane poëzie waarin niet het ego van de dichter centraal staat maar zijn empathische confrontatie met de medemens. 

    Renaat Ramon, De Geus

  7. :

    De gedichten van Van den Braembussche tonen aan dat hij zich met de onveranderlijkheid kan verzoenen, zij het met een losprijs van melancholie en een grote mate van diepzinnigheid (…)

    Dat Van den Braembussche een (romantische) kunstfilosoof is kan hij natuurlijk niet wegsteken in zijn poëzie. Zij bevindt zich op de rand van – of liever: is een mengeling van – poëzie en filosofie. De dingen zijn niet uit elkaar te houden en dat hoeft ook niet. Het maakt alleen dat zijn gedichten, als goede wijn, lang blijven nasmaken in de mond en in gedachten. 

    Marc Bruynseraede, Poëziekrant

  8. :

    Het is duidelijk dat Van den Braembussche het ogenblik in zijn puurheid nastreeft en het ‘voortdurend zijn’ ervan als een soort ideaal ziet. ‘Het intense, weergaloze zijn’, noemt hij zelfs in de laatste regel van de bundel. Om de lezer een idee te geven van wat hem bezighoudt schrijft hij poëzie die absoluut aandoet. (…)

    Ivan Sacharov, Meander

  9. :

    Van den Braembussche gebruikt geen ongewone taal, geen eind- of binnenrijmen, en er valt nauwelijks enige assonantie op. Ook alliteratie is vrijwel geheel afwezig. De eenvoud is bedrieglijk, want de woorden dekken een diepe lading. (…) Ook al gebruikt Van den Braembussche alledaagse woorden, om tot de essentie van zijn gedichten door te dringen, moet men de nodige – vruchtbare – tijd nemen.

    Romain John van de Maele, De schaal van Digther